Kasteel Mussenburg

Van het landgoed, waarop het kasteel nu gelegen is, was al sprake in 1406. Het heette toen nog "Goed te Kerkhove" of "’Ten Ouden Kerkhove". De naam "Mussenborch" komt voor het eerst voor op de oudste oorkonde bewaard in het privé-archief van Mussenburg. Deze oorkonde, een schepenbrief van Antwerpen die dateert van 2 april 1476, situeert Mussenburg in Hove en niet in Edegem. Hoogstwaarschijnlijk is de naam "Mussenburg" afgeleid van de voornaam van de toenmalige eigenaar Willelmus Meyngiaert. Na een volledige afbraak van Mussenburg in 1585 werd het huis in 1625 heropgebouwd. Een schatting van het goed van 21 september 1632, spreekt van een omwaterd landhuis of hoeve met schuur en ovenbuur en een "nieuwsteenen omwatert huys". Vermoedelijk mogen we aannemen dat Mussenburg grotendeels zo gebleven is. In 1868 koopt de familie Gevers Mussenburg. Florent Gevers was samen met zijn broer een suikerfabrikant in Antwerpen. Op 30 december 1883 wordt op Mussenburg een dochter geboren : "Maria Gevers". Zij maakte later naam als schrijfster en gaf ook Mussenburg zijn naambekendheid door haar verwijzingen ernaar in haar literair werk. Zo werd het kasteel buiten de grenzen van Edegem en buiten ons Nederlands taalgebied beroemd gemaakt. Haar eerste verzenbundel "Missembourg" schreef ze tussen 1909 en 1914, maar verscheen pas in 1918. Het tweede werk dat sterk met Mussenburg verbonden is, draagt de titel "Ceux qui reviennent". Het is een in 1922 gepubliceerd prozaverhaal dat de doden, die éénmaal het kasteel bewoonden, weer tot leven brengt. Ook het in 1935 gepubliceerde verhaal "Guldentop" is nauw met het kasteel Mussenburg verbonden.

Het kasteel Mussenburg is privé-eigendom en daarom niet vrij toegankelijk.